Knobbelzwaan
De knobbelzwaan is de meest voorkomende en meest verspreide onder de zwanen. Een soort welke wordt beschermd door de wet gewijd aan schoonheid en zeldzaamheid. Zij komen in grote groepen voor, waar een plek is en vaak hevig gevochten wordt om hun territorium, waarbij dominante mannetjes indringers wegjagen met "geglij" op het water, water opspattend met behulp van hun vleugels.
Hij weegt gemiddeld 8-12 kg. Heeft witte veren, een relatief lange staart die scherp omhoog staat. De snavel van de volwassen dieren heeft een rood-oranje kleur met een zwarte knobbel aan de basis. Jongen hebben grijze veren en worden compleet wit in hun derde levensjaar. Bij het zwemmen hiuden zij de nek gracieus in de vorm van een "S" met de snavel naar beneden gericht, vaak hun vleugels houden in de vorm van een schild.
Zij nestelen bij voorkeur in de moerassen van de Donau Delta, waar zij hun nesten bouwen in het riet of op oude drijvende rieteilanden. Soms nestelen ze op langzaam stromende rivieren en kanalen, in de nabijheid van mensen. Begin mei leggen de wijfjes 4-6 eieren, gebroken wit van kleur, welke zij samen met het mannetje uitbroed gedurende 34-36 dagen. Het mannetje bemoeit zich met het beschermen van de eieren en de familie met vastberadenheid en soms agressiviteit. In de broedperiode kan hij zich ook agressief gedragen tegenover de mens.
In de winter vertrekt hij naar de Caspische zee, de Nijldelta en het oosten van de Middellandse Zee. In milde winters blijven enige exemplaren in ons land.