Boomvalk
De boomvalk (Falco subbuteo) is een kleine valk van 30 à 35 cm.
Volwassen vogels zijn van boven leikleurig met een witte keel. Van dichtbij kunnen de kastanjebruine broek en onderstaart worden waargenomen. Mannetje en vrouwtje zien er gelijk uit, juvenielen zijn over het algemeen veel bruiner van kleur. Het is een elegante roofvogel, die er met zijn langgepunte vleugels uit ziet als een grotegierzwaluw.
Boomvalken nestelen in de verlaten en vaak in dat zelfde jaar gemaakte nesten vankraaien en andere vogels en leggen twee tot vier eieren.
De boomvalk jaagt op groteinsectenzoalslibellendie overgebracht worden van klauwen naar bek en in de vlucht worden opgegeten. Ook kleine vogels worden in de vlucht gevangen. Zijn snelheid en vliegkunsten stellen hem in staat om zelfszwaluwente grijpen.Huiszwaluwenboerenzwaluwhebben dan ook een specifieke boomvalk-alarmroep.
De boomvalk is verspreid overEuropaen Azië. Het is eentrekvogeldie grote afstanden aflegt en overwintert inAfrika. Het is een schaarse broedvogel van open bossenen parken. In het verleden kwam de boomvalk in Nederland vooral voor in de bossen op de zandgronden. De soort doet het daar de laatste jaren slecht. In het half open (agrarisch) landschap wordt de soort echter steeds meer gezien. Ook op de waddeneilanden doet de soort het relatief goed. Het totaal aantal broedparen werd rond 2000 geschat op 750 tot 1000 paar.Helaas is het netto resultaat een dalend e trend sinds 1990.De boomvalk staat weliswaar alsveiligop de internationale rode lijst van de IUCN,