Dej
Dej is een stadje in Roemenië aan de Someş, vlak voorbij de plaats waar deze rivier ontstaat uit de samenvloeiing van de Grote en de Kleine Someş. Dej behoort tot het district (judet) Cluj.
Dej werd, zoals de meeste steden in Transsylvanië, door de eeuwen heen vooral bewoond door Hongaren en Duitsers. Het stadje leefde van de zoutwinning, die onder de Hongaarse koning Andreas II (1205-1235) begon en in 1717 werd beëindigd. Tegenwoordig is 17% van de inwoners Hongaars.
Dej heeft een vijftiende eeuwse kerk in Oost-Hongaarse gotische stijl met een 72 meter hoge toren. De kerk was oorspronkelijk rooms-katholiek, maar is nu protestants. In de 16e eeuw kreeg de kerk een ommuring, zoals veel burchtkerken in Zevenburgen die hadden, maar in Dej is de muur later weer afgebroken.
Aan het begin van de jaren ’30 was de communist Gheorghe Gheorghiu als spoorwegwerker actief in Dej. Hij voegde de naam van het stadje toe aan zijn naam en werd later partijleider en staatshoofd onder de naamGheorghe Gheorghiu-Dej.